Werkplek meting indicatief, hierbij gaat het om een oriënterende lichtmeting welke moet voldoen aan de eisen van de NEN 1890.
Hier kunnen op de werkplekken diverse plekken worden benoemd welke met de luxmeter worden gemeten waardoor voor de gebruiker een beeld ontstaat van het geïnstalleerde lichtniveau.
Tijdens de metingen van de kunstmatige verlichting moet lichttoetreding uit omgevende ruimten en daglichttoetreding worden uitgesloten.
Werkplek kwaliteitsmeting daglicht, hierbij gaat het om een inspectiemeting welke moet voldoen aan de normen NEN-EN 12464-1 en NEN 1890.
Hierbij gaat het vooral om het vastleggen van de daglichtinstraling vanuit de in de gevels aangebrachte ramen of vanuit het plafond van de daar aangebrachte daklichten, lichtstraten of daglicht tubes.
Minimaal 6 punten is de ondergrens.
Indien vooraf lichtberekeningen zijn vervaardigt is het de bedoeling de daar gekozen meetraster 1:1 over te nemen, hetgeen tot de meest betrouwbare resultaten leidt.
Met behulp van een luxmeter worden de in het meetraster opgenomen punten gemeten, de hoeveelheden in lux bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal van de meetpunten.
Tijdens de metingen van de kunstmatige verlichting moet lichttoetreding uit omgevende ruimten en daglichttoetreding worden uitgesloten.
Conform de nieuwe EN 12464-1 moeten ook lichtmetingen worden verricht van de in zicht zijn wanden en plafonds, waarbij de in de norm gepubliceerde lichtniveau ’s in de praktijk aanwezig moeten zijn.
